2.4.6.2 Flexibel
In de huidige praktijk werken leerlingen aan de hand van een studiewijzer min of meer zelfstandig de methode door. De rol van docent was voorheen die van verteller en instructeur, een uitlegger. In de tegenwoordige methodes is die rol obsoleet geworden. Immers:
- De huidige methodes nemen de leerlingen aan het handje mee en leiden ze via zelfstandig werken door de leerstof heen, al dan niet met behulp van een studiewijzer.
- Deze werkwijze heeft twee nadelen. Ten eerste structureert de methode het leren van de leerling zodanig, dat de leerling zich weinig verantwoordelijk hoeft en kan voelen voor zijn eigen leren. Als hij maar braaf het boek volgt, zal hij zich de kennis wel eigen maken. Het tweede nadeel is in de loop van de jaren in de meeste methodes geslopen. De meeste methodes bieden eenzijdige kennis. De leerstof is zo abstract geformuleerd dat het in een aantal gevallen nog weinig raakvlakken heeft met de alledaagse werkelijkheid.
- De aangereikte kennis in de methode wordt nauwelijks toegepast in de alledaagse werkelijkheid En om de methode maar zo zelfsturend als mogelijk te maken zitten er weinig uitdagende, contextrijke opdrachten in de methode.
Wil een docent leerlingen hun eigen leerproces vorm laten geven dan zal hij flexibel om moeten gaan met de methode. De methode hoeft niet geheel terzijde geschoven te worden, maar de docent moet de methode zien als één van de bronnen waaruit de leerling kan leren.
Meer weten? Zie Leerarrangementen