2.4.3 Toetsen

BEWERKEN

Toetsing Master Healthy Ageing Professional 2017-2018

Algemeen

De Master Healthy Ageing Professional bestaat uit 5 modules die elk individueel beoordeeld worden. Waar mogelijk vindt dit zoveel mogelijk geïntegreerd plaats, om de samenhang tussen de modulen en de beoogde leerresultaten te borgen. In dit document wordt beschreven hoe de toetsing eruit ziet. De modules van de master zijn:

Beschrijving van de samenhang van toetsen: Centraal in de opleiding staat de innovatie-opdracht (deel 1 en deel 2), en de daaraan gekoppelde praktijkgerichte onderzoeksopdracht. Voor deze onderzoeksopdracht vindt nog een inleidende module ‘onderzoek voor innovatie’ plaats die ook wordt afgesloten met een opdracht. Deze opdrachten leiden tot vier producten:

De modules ‘Ontwikkeling van change agency in HA’ en ‘kenniswerker in HA’ worden integraal getoetst aan de hand van assessments. Er zijn vier assessments gedurende de opleiding. De assessments wordt beoordeeld door twee assessoren.

Assessment 1: Opdracht

U maakt een visuele weergave van de eerste verkenning van uw sociale innovatie. Deze visuele weergave kan bijvoorbeeld een poster, tekening of mindmap zijn (fysiek of digitaal), of de vorm hebben van een Prezi-presentatie of een film. De vorm is vrij. Aan de hand van deze visuele weergave kunt u de verschillende elementen toelichten die van belang zijn voor Change Agency in Healthy Ageing en Kenniswerker in Healthy Ageing, die hieronder worden toegelicht. Tijdens het assessment licht u uw product toe, en worden er verdiepende vragen gesteld door de assessoren.

 Ontwikkeling van change agency in Healthy Ageing: In het eerste assessment laat de professional zien hoe hij het innovatie ecosysteem in co-creatie heeft vormgegeven. De professional geeft richting aan de eerste, divergerende, fase van het proces van innovatie. Dit proces omvat onder andere

gezamenlijk gedragen doelen stellen, hypothesevorming (bijv. scenariovorming), vragen articuleren en omzetten in onderzoeksvragen, en het exploreren van mogelijkheden door het raadplegen van een verscheidenheid van bronnen.

'Future’s literacy' is een kernelement in deze fase: de complexe, onzekere omgeving waarin het vraagstuk rondom healthy ageing zich afspeelt, vraagt van belanghebbenden dat ze de complexiteit omarmen en de toekomst kunnen gebruiken om er vorm aan te geven. Het 'niet weten' vormt het uitgangspunt van het geïnitieerde innovatieproces. De professional ontwikkelt een visie op het nut en de noodzaak van transitie denken in healthy ageing op zowel micro-, meso- als ook macro-niveau en formuleert een persoonlijke visie op change agency.

Kenniswerker in Healthy Ageing: De professional reflecteert op zijn eigen kennisopvatting en huidige kennis en dit te vertalen naar zijn rol als kenniswerker. Dit doet hij ook voor zijn eigen beroepsgroep en voor het nieuwe sector overstijgende kennisdomein van Healthy Ageing. De relatie van de eigen sociale innovatie met het kennisdomein van Health Ageing wordt expliciet gemaakt. De doelstelling is om tot evidence informed practice te komen. De professional gebruikt daarbij verschillende kennisbronnen, om in een latere fase het best mogelijke antwoord op de vraag van eindgebruiker/stakeholders te kunnen geven. Bronnen zijn onder meer de doelen en waarden van de klant zelf, wetenschappelijke bronnen, ervaringsdeskundigheid / rich practices, omgevingsfactoren en praktijkmodellen. In deze eerste fase van divergentie gaat het vooral om het optimaal benutten van de diversiteit en variatie aan verschillende bronnen, en nog niet om daarin te selecteren. 

Meer weten? Zie Nieuwe didactiek