4.1.1.1 Conceptueel

De conceptuele lijn is de meest gangbare ordening om een onderwijsaanbod te organiseren dat doorgaans wordt aangeduid als ‘cursorisch onderwijs’.

Hoe doe ik dat?

  1. U richt zich op het systematisch verwerven van kennis en gangbare werkmodellen
  2. U beseft dat het gaat om te leren handelen als een professional. Praktisch krijgt dit vorm in het systematisch oefenen met casuïstiek, werkmodellen en theorieën. U maakt gebruik van dynamiek
  3. U analyseert modelmatig casus en legt verbanden met werkmodellen en theorieën om het leren te stimuleren. U faciliteert
  4. U treedt op als expert die de leerling leert waarnemen, ervaren en reflecteren op het methodisch werken, u bent een docent
  5. U hanteert typerende opdrachten gericht op het voldoen aan een bepaald beroepsnorm. U werkt probleemgestuurd
  6. U werkt met een typerende beoordelingsvorm; centraal staat de beoordeling van een verantwoording of analyse van een casus. U werkt met EPA's: Entrustable Professional Activities.

Meer weten? Zie Onderwijslijnen